zondag 8 december 2013

Middencirkel

Voor echte aanvallers is de middencirkel één van de minst favoriete plek op het veld. Een no-go-zone. Als je het goed doet, is het gebied binnen deze perfect ronde lijn slechts één maal per wedstrijd het exclusieve domein van je eigen ploeg. Hoe vaker de scheidsrechter de tegenstander veroordeelt tot het verplicht aangaan van een risicoloos één-tweetje rond de middenstip, des te beter het is. Niet de aanraking van het net door de bal, maar de vernederende surplace halverwege beider doelen vormt het ultieme doel van het spel.

De middencirkel is ook dé plek op het veld, die op de sofa’s van voetbalpsychiaters het meest besproken wordt. Vooral bij de categorie zielenknijpers die gefrustreerde topvoetballers met een vintrinekast vol tweede prijzen tot hun cliëntele mogen rekenen. Gelouterde voetballers met de nodige internationale ervaring in hun bagage gaan in de beslotenheid van deze behandelkamers helemaal los. Als in slow-motion wordt daar de beslissende strafschop (soms zelfs nummer 7 of 8 in een reeks) herbeleeft. Terwijl een minder getalenteerde ploeggenoot aanlegt om het beslissende schot de tribunes in te jagen, staat de ervaren rot schouder-aan-schouder, arm-in-arm in… de middencirkel. De plek waar mening voetbaldroom (“wij zijn de beste van…”) als een zeepbel uiteen spat.

Het is 9 mei 2013. Tijdstip van handelen 18.12 uur.  Het spel golft op en neer. Het publiek laat van zich horen. De 18 jarige aanvalsleider van de Alkmaar-Zaanstreekcombinatie draait zich om naar zijn verdediging. Hij staat op eigen helft. Het veld ligt er gladgeschoren bij. De terreinknecht heeft de grasmat in banen gemaaid. Allemaal exact even breed.  Ongevraagd, bijna op routine, wordt hem de bal in de voet gespeeld. Onderwijl draait zijn soepele, ranke lichaam om de as. Nog 12 grasbanen scheiden hem van het doel van Waterman. Hij beweegt mee, de bal bepaalt de richting. De rechtervoet toucheert, bijna terloops, de bal. Hij rukt op naar het vijandelijke doel, betreedt de helft van de tegenstander. Het duurt drie complete grasbanen voordat  Bouma op het idee komt te gaan storen. Nog steeds die rechtervoet. Bouma kijkt links, Bouma kijkt rechts. Voor hij er erg in heeft is zijn directe tegenstander alweer 2 banen verder. Weer een paar korte tikjes met de punt van de schoen. Volledige controle. Bal achter het standbeen langs. Overname met links. Hij betreedt het strafschopgebied. Zijn ogen schieten heel even van de bal naar het doel. Wat doet Waterman? Bouma wankelt. Waterman doet één stap naar achteren, dan twee (of zijn het er drie?) naar voren. Maakt zich klein en breed. Nog 2 banen voor zich. Links haalt uit. De beperkte ruimte tussen de arm van de keeper en de kalkstreep van de 5 meterlijn is voldoende voor de. Precies door het midden raakt de bal het net.


Wat een balbeheersing. Wat een klasse. Zonder vrees. Pas in de herhaling valt bij mij het kwartje. Kijk ik naar een onervaren, niet door internationale wedstrijden gelouterde en getergde balkunstenaar. Het was niet de perfecte aanname, niet de magnifieke balbeheersing, zelfs niet de gedateerde PSV-verdediging. Het was de onbevangenheid van een jong talent. Een prachtige voetballer-in-de-dop. Zo eentje die nog maar een beperkt aantal voetbalminuten in de de middencirkel heeft doorgebracht. Dé plek voor de beslissende balaanname van de wedstrijd van het jaar, van Adam Maher.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten