woensdag 28 mei 2014

Djambo. Oftewel: is er leven na het kinderparadijs?

Het eerste wat ik rook toen ik na ruim 2 uur speelparadijs weer buiten stond, was een penetrante wietlucht. Nu is mijn voorstelling van het paradijs dat je je juist daar zonder een stickie prima in de zevende hemel waant. En dat er als hardcore christen niets beter is dan te worden als een kind. En toch. Ik krijg deze cirkel niet rond.

Het leek allemaal zo aantrekkelijk. Tweeling viert feestje. Daar hoort gewoon een beetje storm bij. De energie die daarbij vrijkomt. Daarmee kun je met gemak een maand lang alle lampjes van de Eiffeltoren laten branden. En dan heb je genoeg over voor alle verlichte Amsterdamse bruggen bij elkaar. Om dat kinderplezier in goede banen te leiden, zouden we terugvallen op een beproeft concept: De Flierefluiter. Heerlijk buiten spelen, springen, rijden (op pony’s en/of skelters). Maar Pluvius gooide roet in het eten. Op verschillende plekken in het land werden kelders leeggepompt, zagen automobilisten gietijzeren putdeksels in hun achteruitkijkspiegel voorbij dobberen en zwommen de duurbetaalde Goudwinders, Komeetstaarten en Koikarpers (vanaf-prijs € 695,--) regelrecht via het ondergelopen tuinpad de vrijheid tegemoet.

Het werd dus plan B: Djambo. U weet niet waar deze term voor staat? Dan bent u een gezegend mens. Wij gingen voor het “Early Bird tarief”. Op tijd aanwezig betekent 50% korting. 10.15 uur parkeerden wij. Dat wij moesten zoeken naar een paar vierkante meter maagdelijk asfalt was al een veeg teken. Bij het naderen van de ingang bleken wij niet bepaald de enige vroege vogels te zijn. En in de buurt van de schuifdeur bekroop mij het gevoel dat het nog niet bij de DjamboPersoneelsPlanner was doorgedrongen dat hun toko door de gemeente was aangewezen als evacuatieplek. Filevorming. Mijn eega en ik waanden ons net een ganzenpaar. Ik voorop in de strijd, gevolgd door 9 (!) kids. Moeders sloot de rij. En wee gebeente de onverlaat die aanstalten maakte om ons mobiele territorium binnen te dringen!

De vroegevogelstijdszone was begrenst op 10.30 uur. Ik werd toch een beetje zenuwachtig: wat zou het Djamboprotocol in dit soort noodsituaties voorschrijven? Waar lag de grens? Bij het inparkeren? Het aansluiten in de rij (ook als die rij buiten in de regen begint)? Of het inchecken bij de kassa? Lichaam en geest schakelden over op de “vlucht-of-vecht”modus. Dat zag er niet best uit voor de caissière. Je leest wel vaker over geweld tegen politie- en ambulancepersoneel. Zouden die strenge straffen ook opgelegd worden in dit soort noodsituaties? “Negen kinderen in de stromende regen in de rij met uitzicht op peilloos diepe ballenbakken en eindeloos lange glijbanen! Dan valt een minimum aan gepast (verbaal) geweld toch zeker wel onder de definitie van “overmacht” of “noodweerexces”? Edelachtbare, zeg nou zelf?”

Om 10.28 uur passeerden wij de toegangspoort. Ik glimlachte vriendelijk naar de caissière. Ervaren en vakkundig onderdrukte ik het stemmetje dat “huichelaar” fluisterde.

Hoe de rest van de ochtend verliep? Laat ik het zo zeggen. De kinderen hebben echt ENORM (luidruchtig) genoten. En (Edwin je hebt gelijk): de cappuccino is er uitstekend.


Eenmaal in de auto op de terugweg, voelde ik me volkomen ontspannen. En dat komt echt niet doordat ik zo lang mogelijk in die wietlucht ben blijven staan. Nee hoor, echt niet. Ik heb het kinderparadijs overleefd, wat kan mij nu nog gebeuren?


zaterdag 3 mei 2014

Vrijheid. Waar vier je dat?

Vandaag is voor Nederland een dag van herdenken. Morgen vieren we onze vrijheid. Dit jaar geen collectieve vrije dag. Op geheel Nederlandse wijze beperken we dat tot één keer in de vijf jaar. De Fransen hebben dat beter geregeld: op 8 mei krijgt daar iedereen de hele dag de ruimte om het Fête de la Victoire te vieren. Ieder jaar, ononderbroken. Het bevrijdingsfeest staat ook in de overzeese gebiedsdelen en zelfs de voormalige koloniën delen jaarlijkse op de agenda. Al betwijfel ik of ze in Quebec en Frans-Polynesië  volgende week donderdag massaal naar de optredens van de lokale BLØFs, Douwe Bobs, Van Velzens of (jaja) De ZotteZusjes gaan luisteren. Wellicht schudden ze daar al dansend symbolisch nog maar eens een keertje het Franse koloniale juk van de schouders. Ondertussen valt er in de voormalige Franse kolonie “Staat van Damascus” helaas helemaal niets te vieren.

Hoe vieren wij onze vrijheid? En vooral: waar? Thuis, op een bevrijdingsfestival of in de showroom van de autodealer? Of gewoon op je werk dus. Eergisteren kreeg een man de vrijheid terug: Volkert van der G. 12 jaar geleden veroordeeld tot een straf van 18 jaar. Tweederde van zijn straf zit erop. En dat is in ons land reden om iemand (bij goed gedrag) te ontslaan uit de gevangenis. Er is wel een hele trits beperkende voorwaarden aan zijn vrijheid verbonden. Op radio en tv ging het om de vraag: waar is volkert nu? En op internet lijkt de klopjacht geopend. De vraag is dat ook niet of Volkert wordt gesignaleerd. Maar wanneer? En waar houdt hij zich op?

Zelf weet ik nog precies waar ik was en wat ik deed op 6 mei 2002. Ik bevond me op de eerste verdieping van Stal 36 in Zwolle. Daar woonden we samen met een aantal gezinnen en jongeren samen in één groot monumentaal huis. Onze gezamenlijke keuken moest worden gepimpt. En aan mij de eervolle taak om de nieuwe tafels te lakken. Het was net na het eten. Eén van de jongeren kwam hijgend de trap op en stormde de kamer binnen: Pim Fortuyn is neergeschoten. Ik was geen Fortuynist. Maar ik had wel genoten van zijn optreden 2 maanden eerder tijdens het debat na afloop van de gemeenteraadsverkiezingen (vanaf 43:20 minuten, verplichte kost voor bestuurskundigen). Vooral de manier waarop Fortuyn de gevestigde paarse orde op geheel eigen wijze in de gordijnen had gejaagd. Toenmalig VVD-voorman Dijkstal kon het niet meer verdragen. Hij verliet het debat voortijdig met als smoes dat zijn chauffeur stond te wachten. En PvdA-er Ad Melkert. Hij zat de hele tijd onderuit gezakt, weigerde consequent Fortuyn aan te kijken. En trok een gezicht alsof hij zich de hele avond had gelaafd aan de citroensap. Ad verdween spoorslags naar het buitenland.

Ik houd mijn hart vast. Vrijdag was er een demonstratie in Rotterdam. Georganiseerd door de broer van Fortuyn en Pims voormalige chauffeur. Ook de PVV-fractie was ruimschoots vertegenwoordigd. 


Een aantal demonstranten droeg een tshirt met daarop de tekst “Jachtseizoen geopend op 6 mei 2014”. Daaronder een afbeelding van het gezicht van Volkert van der G. Het daarop aangebrachte vizier markeert exact de plek waar de kogel de schedel moet binnendringen: precies tussen de ogen. Ik huiver.


 Vrijheid is een groot goed. Vrijheid om een eigen politieke partij op te richten. Vrijheid om te demonstreren. Vrijheid van meningsuiting. Vrijheid om te geloven.


En juist 5 mei geeft aan dat vrijheid één van de pijlers is waarop onze rechtstaat is gebouwd. Maar niet de enige pijler. Toen onze oosterburen in 1940 onze landsgrenzen overschreden, werd onze vrijheid beperkt. Vijf jaar leefden wij onder autoritair gezag. Geen verkiezingen, geen vrijheid. Wel angst en onzekerheid. We zijn nog steeds collectief blij met de bevrijding van Nederland. We kregen onze vrijheid terug. En wat doen we met die vrijheid? Geeft het ons de vrijheid om anderen (wat die ook voor verschrikkelijks op hun kerfstof hebben!) angst aan te jagen? Kan de ene moord de andere rechtvaardigen? Ik ben blij met de rechtstaat waarin ik leef. Vast geen onfeilbare rechtstaat. Wel een rechtstaat waarin we samen hebben afgesproken dat we niet accepteren dat de ander geweld wordt aangedaan. Ik ben zeker geen aanhanger van Geert Wilders. Toch is het in zekere zin goed dat de op democratische wijze verkozen PVVfractie aanwezig was gisteren. Dit bood hen de mogelijkheid de demonstranten te wijzen op de waarden en grenzen van onze rechtstaat. “Minder haat, minder angst? Dan gaan we dat SAMEN regelen.”Dat zou pas echt een teken van beschaving zijn.