zaterdag 21 december 2013



Binnenkort 26 uur in één etmaal

Den Haag. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden om de duur van een etmaal te flexibiliseren.  Plan is om tijdens de herfst- en wintermaanden dagen van 22 uur te hanteren. De lente en zomerdagen worden dan 26 uur. Dit plan maakt premier Mark Rutte maandag a.s. bekend op een druk te bezoeken persconferentie in Nieuwspoort. Deze blog wist alvast beslag te leggen op het plan. In de inleiding van het vertrouwelijke stuk schrijft Rutte: “In deze tijden van economische tegenwind moeten we geen middel onbenut laten om Nederland uit de crisis te helpen.” Rutte ziet in tal van sectoren economische en sociale voordelen ontstaan.

Naar verluidt wordt achter de schermen al druk gewerkt aan het etmaal-akkoord. De woordvoerders van vaste gedoogpartners D66, CU en SGP die ook de zomer- en wintertijd in hun portefeuille hebben, zijn al op het ministerie van EZ gesignaleerd.

Afsluiting van het akkoord wordt in Den Haag algemeen als een huzarenstukje beschouwd. Nog niet eerder waren partijen van zo uiteenlopende aard zo dicht bij een akkoord over het etmaal. Voor ieder van hen zal het nog een hele toer worden om hun achterbannen te overtuigen. Pechtold, Slob en Van der Staaij zijn alweer in de sportzaal gesignaleerd. Zij zullen verder dan ooit tevoren over hun eigen schaduw heen moeten springen.

Het christelijk smaldeel van de gedoogcoalitie staat voor een hels karwei om de gelederen gesloten te houden. Slob:”De ChristenUnie herbergt van oudsher veel creationisten in haar geledingen. Voor hen is de dag van 24 uur bijkans heilig.” Ook Van der Staaij voorziet een pittige discussie binnen zijn partij: “De Schrift biedt in het Oude noch in het Nieuwe Testament expliciet ruimte voor een eigen menselijke invulling van het etmaal.”

Voor D66 is ondertekening van dit akkoord nog geen uitgemaakte zaak. “Onze partij staat van oudsher pal voor de individuele burger. Waarom de keuze voor de duur van een etmaal niet gewoon bij de Nederlander zelf neerleggen? Het voorschrijven vanuit Den Haag hoe lang een dag mag duren vinden wij zó 2013.” Op de eerstvolgende fractievergadering stelt Pechtold het onderwerp tijdens het vaste agendapunt “Betutteling” aan de orde. Voor het geval uit peilingen van Maurice de Hond blijkt dat D66 toch garen gaat spinnen bij instemming, overweegt Pechtold het onderwerp de volgende keer onder het agendapunt “Innovatie” te bespreken.

Coalitiepartners VVD en PvdA moeten ook water bij in wijn doen. Zo laat de VVD de keuze voor de lengte van een etmaal liever over aan ondernemers. “Iedere ondernemer kan dan per dag afhankelijk van de orderportefeuille kiezen voor een etmaal van 26 of 22 uur”, zegt Kamerlid Anne-Wil Lucas. De PvdA ziet meer in medezeggenschap. Fractielid Attje Kuiken:” Wij pleiten voor een bindend advies van de ondernemingsraad aan het begin van iedere werkweek.”

Groen Links neemt ook dit keer afstand van het akkoord. Wel overweegt de partij tot het allerlaatste moment mee te blijven onderhandelen. Alhoewel de partij zich onthoudt van commentaar wordt in kringen rondom fractievoorzitter Van Ojik gefluisterd dat de sterke lobby vanuit het Wereld Natuurfonds hier debet aan is. Het plan zou een regelrechte bedreiging zijn voor de biodiversiteit in de Ecologische Hoofdstructuur. Een Kamerlid dat liever anoniem wil blijven ontkent dit stellig. Hij bevestigt wel dat het voortbestaan van de eendagsvlieg in zijn fractie uiterst gevoelig ligt.

FNV-voorzitter Ton Heerts staat niet afwijzend tegenover het plan:”We zien de laatste jaren de animo voor 24-uurstakingen sterk teruglopen. Deze maatregel nodigt uit om stakingen te concentreren in de zomer. Als onze leden dan bij de poort van de fabriek postvatten, hoeven ze geen autobanden en debiteuren-crediteurenadministraties meer in de fik te steken om zich warm te houden.” Wel pleit hij voor stiptheidsacties om de invoering van het plan te markeren.

In de eerste schriftelijke reactie van VNO-NCW toont werkgeversvoorman Bernard Wientjes zich ingenomen met het kabinetsvoornemen:”Dit levert voor Nederland een Unique Selling Point op. Ik heb de laatste jaren veelvuldig in Den Haag gepleit voor het plukken van low hanging fruits. Voor de lange termijn kiezen wij liever voor volledige deregulering van de duur van het etmaal. De ondernemer kan dan zelf kiezen welke lengte het beste aansluit bij zijn bedrijfsvoering. De huidige maatregel is vooral een eerste, betekenisvolle stap in de goede richting.”

Het kabinet onderzoekt nog of het plan ook gevolgen heeft voor ons zonnestelsel. Astronaut André Kuipers is aangesteld als voorzitter van de onderzoekscommissie. Hij heeft ruime ervaring met de flexibilisering van het etmaal. Namens de commissie heeft hij het wetsvoorstel voor advies gestuurd aan de bemanning van het internationaal ruimtestation ISS.

ISS-kapitein Rick Mastracchio wil zich echter niet aan deze materie branden:”Vanuit ons point of view hechten wij waarde aan onze onafhankelijke positie boven de partijen. Hij wil nog wel kwijt dat de bemanning zich doorgaans beperkt tot wetenschappelijke items. ”Dit soort zweverige plannen is niet aan ons besteed. Het lijkt mij geen gewichtige zaak” Hij heeft het wetsvoorstel dan ook zonder verder commentaar teruggestuurd naar de aarde. Alhoewel Mark Rutte dit nog niet wil bevestigen, schijnt het plan daarbij in de dampkring te zijn verbrand.



NB. Genoemde leden van de coalitiepartijen vervullen ook daadwerkelijk de functie van volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer.

Met dank aan De Speld, uw vaste prik voor betrouwbaar nieuws. Prachtige inspiratiebron van vermaak.

donderdag 12 december 2013


The day after

Wat dat kost? Valt reuze mee. Voor 2 Meier ben je klaar. Bus, stadion, eten. En je hebt ook nog voldoende over om te drinken. De sfeer was goed, weet je. Gewoon gezellig dollen met de Milan-supporters. Door elkaar heen. We hadden een paar ballen meegenomen. Nou, die gingen het hele plein rond. Top.

Ik zit in de trein. Op de terugweg. Coachingsgesprek in Utrecht. Beatrixgebouw. Onderdeel van het Jaarbeurscomplex. Coach woont in Amstelveen, werkt vanuit Leiden. We zitten eigenlijk overal. Meestal langs de snelweg. Zoals die ene keer dat ik in de stromende regen met de motor de verkeerde afslag nam. In de verste verte geen Van der Valk te bekennen. In arren moede bij een tankstation maar even telefonisch met coach heroriënteren. Dan blijkt coachen 2-richtingsverkeer. Beiden verleggen we de koers. En zitten even later tussen de papa’s en mama’s bij IKEA Amsterdam. Dichter bij Amstelveen dan Zwolle, maar goed. Langzaam ontdooi ik. De damp slaat van mijn motorpak. Om ons heen gonst het van de Billy’s, Tora’s en de Ögla’s. Samen op zoek gaan naar de gebruiksaanwijzing van mijn project. Bepaald geen pre-fabklus.

Ook nu stond Van der Valk weer op ons menu. Maar toen ik donderdag in de hagel naar huis motorde, besloot ik om mijn trouwe tweewieler tot nader orde in de winterstalling te parkeren. Dan blijkt de NS ineens een volwaardig alternatief.

En dan sta je als goedgeaarde PSV’er schouder-aan-schouder in een overvolle Intercity met een groepje Ajaxieden. De prominente drie sterren laten niets aan duidelijkheid te wensen over. Best spannend. Kom ik uit de kast? Na de bloedeloze gelijkspel tegen Milan is Ajax veroordeeld tot de aanmerkelijk minder prestigieuze Europa Leage. De omsingeling van zoveel Ajaxieden maakt mijn hartje klein. Ff checken. Nee, ik vertoon ook geen uiterlijke kenmerken van de eens zo glorieuze trots van de lichtstad. Door mijn zwager consequent gebadineerd tot FC Gloeilamp (jongen, one day…). De aanval lijkt de beste verdediging. Of de heren gisteravond ook zo intens hebben genoten. Grapje hoor, ik ga er echt niet met gestrekt been in. Nee, of de mannen ook gekeken hebben. Inkoppertje, ik weet het. En inderdaad, de bleke koppies hadden het al verraden. “We” waren erbij. Een sfeerimpressie volgt. Over de wedstrijd vrijwel geen woord. Nee, zo verdedigend als de Milanes vedettes hun voetbaltechnische vaardigheden verdoezelden. Zo frontaal gingen een smaldeel van de so called local supporters erin. Net een roedel wolven die de zwakke bok afzondert van de kudde. Zo werd een nietsvermoedende Hollandse huisvader bijkans aan het mes geregen. Details blijven mij niet bespaard. Typisch gevalletje verkeerde plaats, verkeerde tijd. Toen de geharnaste versie van de Carabinieri arriveerde hadden de Milanese die-hard supporters de plaat gepoetst. Meer geluk dan wijsheid dat die gast het heeft overleefd…

De mannen tonen zich goede verliezers. Zelfs na de rode kaart kwam hun cluppie er niet aan te pas. Nu met opgeheven hoofd die Europa Leage binnenhalen. Ik gooi toch een beetje olie op het vuur. Ff naar de bekende weg vragen. Een achteloze schijnbeweging. Of ze nog weten welke Nederlandse club voor het laatst een Europese titel heeft behaald. De busreis naar huis duurde zo’n slordige 15 uur. Maar nog één keer wint de trots het van de vermoeidheid. De Europa Leage is weliswaar niet de hoofdprijs. Maar in hun ogen zie ik een zweem van zoete wraak: wat is er mooier dan het krenken van Rotterdamse trots. De volgende horde: het liefst Tottenham. Kost wel 18 uur van de baas. Maar dat is pas in 2014. Na de kerstvakantie liggen er gelukkig weer een nieuw doel in het verschiet. En een nieuwe voorraad snipperdagen.


zondag 8 december 2013

Middencirkel

Voor echte aanvallers is de middencirkel één van de minst favoriete plek op het veld. Een no-go-zone. Als je het goed doet, is het gebied binnen deze perfect ronde lijn slechts één maal per wedstrijd het exclusieve domein van je eigen ploeg. Hoe vaker de scheidsrechter de tegenstander veroordeelt tot het verplicht aangaan van een risicoloos één-tweetje rond de middenstip, des te beter het is. Niet de aanraking van het net door de bal, maar de vernederende surplace halverwege beider doelen vormt het ultieme doel van het spel.

De middencirkel is ook dé plek op het veld, die op de sofa’s van voetbalpsychiaters het meest besproken wordt. Vooral bij de categorie zielenknijpers die gefrustreerde topvoetballers met een vintrinekast vol tweede prijzen tot hun cliëntele mogen rekenen. Gelouterde voetballers met de nodige internationale ervaring in hun bagage gaan in de beslotenheid van deze behandelkamers helemaal los. Als in slow-motion wordt daar de beslissende strafschop (soms zelfs nummer 7 of 8 in een reeks) herbeleeft. Terwijl een minder getalenteerde ploeggenoot aanlegt om het beslissende schot de tribunes in te jagen, staat de ervaren rot schouder-aan-schouder, arm-in-arm in… de middencirkel. De plek waar mening voetbaldroom (“wij zijn de beste van…”) als een zeepbel uiteen spat.

Het is 9 mei 2013. Tijdstip van handelen 18.12 uur.  Het spel golft op en neer. Het publiek laat van zich horen. De 18 jarige aanvalsleider van de Alkmaar-Zaanstreekcombinatie draait zich om naar zijn verdediging. Hij staat op eigen helft. Het veld ligt er gladgeschoren bij. De terreinknecht heeft de grasmat in banen gemaaid. Allemaal exact even breed.  Ongevraagd, bijna op routine, wordt hem de bal in de voet gespeeld. Onderwijl draait zijn soepele, ranke lichaam om de as. Nog 12 grasbanen scheiden hem van het doel van Waterman. Hij beweegt mee, de bal bepaalt de richting. De rechtervoet toucheert, bijna terloops, de bal. Hij rukt op naar het vijandelijke doel, betreedt de helft van de tegenstander. Het duurt drie complete grasbanen voordat  Bouma op het idee komt te gaan storen. Nog steeds die rechtervoet. Bouma kijkt links, Bouma kijkt rechts. Voor hij er erg in heeft is zijn directe tegenstander alweer 2 banen verder. Weer een paar korte tikjes met de punt van de schoen. Volledige controle. Bal achter het standbeen langs. Overname met links. Hij betreedt het strafschopgebied. Zijn ogen schieten heel even van de bal naar het doel. Wat doet Waterman? Bouma wankelt. Waterman doet één stap naar achteren, dan twee (of zijn het er drie?) naar voren. Maakt zich klein en breed. Nog 2 banen voor zich. Links haalt uit. De beperkte ruimte tussen de arm van de keeper en de kalkstreep van de 5 meterlijn is voldoende voor de. Precies door het midden raakt de bal het net.


Wat een balbeheersing. Wat een klasse. Zonder vrees. Pas in de herhaling valt bij mij het kwartje. Kijk ik naar een onervaren, niet door internationale wedstrijden gelouterde en getergde balkunstenaar. Het was niet de perfecte aanname, niet de magnifieke balbeheersing, zelfs niet de gedateerde PSV-verdediging. Het was de onbevangenheid van een jong talent. Een prachtige voetballer-in-de-dop. Zo eentje die nog maar een beperkt aantal voetbalminuten in de de middencirkel heeft doorgebracht. Dé plek voor de beslissende balaanname van de wedstrijd van het jaar, van Adam Maher.

De kostganger

Geen twijfel mogelijk. Beslist geen primeur. Het komt niet in de krant. En het wordt evenmin op zondag van de kansel afgelezen. Ook al heeft dat spreekgestoelte in de kringen waarin ik verkeer tegenwoordig de platvloerse vorm aangenomen van een podium. Maar op zo’n dag als gisteren dringt de realiteit zich onomkeerbaar en onmiskenbaar aan mij op. Ontkennen heeft geen zin. Dat zou je reinste zelfverloochening zijn, op zichzelf genomen overigens een lang gekoesterd dogma. Ik getuig hier en plein public, zonder gene, schaamte of schroom: IK BEN ONGELOVIG.

Hoe heeft het zover kunnen komen? Het exacte bekeringsmoment is weliswaar niet aan te wijzen. Maar dat zal een erfenis zijn van mijn kerkelijke komaf, waarin de enkeling die zijn of haar ommekeer met de scherpte van een fotofinish kon uittekenen, met bovengemiddelde argwaan werd bejegend. Terugkijkend is er toch één moment aan te wijzen dat het begin van het einde van de twijfel markeert.

Het was 5 december 1975. Met mijn ouders en 3 jaar oudere zus woonden wij aan de Langenholterweg 68 in Zwolle. Voor een slordige fl. 40.000, in die tijd een astronomisch bedrag,  hadden mijn ouders hun ziel en zaligheid verpand aan de Raffeisenbank. In ruil daarvoor mochten zij zich de trotse eigenaar noemen van een eenvoudige tussenwoning. Voorzien van een riante achtertuin van zo’n 4 bij 30 meter.

Vanwege de gezelligheid en uit sociale overwegingen boden wij onderdak aan een student van de GSA. Wat voor de Gereformeerd Vrijgemaakten én Citroënliefhebbers, zeker in die tijd, een begrip met geheel uiteenlopende betekenis was. Terwijl de rest van de mensheid dit in het meest gunstige geval als een toonloze afkorting beschouwde. Dat de student ook bijdroeg aan het vullen van ons huishoudpotje was natuurlijk mooi meegenomen.

Dit student-aan-tafel fenomeen had ook een naam: de kostganger. Tegenwoordig net zo zeldzaam als een Sperweruil. Maar in de jaren ’70 een wijdverbreid verschijnsel. Zeker in het Calvinistische Zwolle. Die van ons heette Ad. Aanvankelijk dacht ik dat we hem bij aanschaf die naam hadden gegeven. Toen ik ouder werd realiseerde ik me dat hij tweedehands was: in zijn dorp van herkomst werd hij ook al zo genoemd.

Enfin, Ad dus. Hij had natuurlijk ook een achternaam. Maar omdat Ad de aanzet is geweest tot mijn bekering tot ongelovige, gun ik hem op deze plaats enige anonimiteit. Voor je het weet is #Ad trending topic op Twitter. En met de beste wil van de wereld had Ad dat in 1975 natuurlijk niet kunnen voorzien.

Ieder jaar vierden wij trouw op de zaterdag voor of na 5 december met de hele familie Kleen bij opa en oma thuis Sinterklaas. ’s Middags voor de kleinkinderen. En ’s avonds, als ze dachten dat wij allemaal sliepen, gingen de grote mensen los met gedichten, surprises en een enkele alcoholische versnapering. Welke van deze drie tot die uitbundige en daverende lachsalvo’s van mijn ooms en langgerekte gillerige slappe-lach-aanvallen van mijn tantes leidden is tot op de dag van vandaag een goed bewaard familiegeheim gebleven.

Misschien dat het in het contract met Ad was opgenomen. Ik weet het niet. Maar op 5 december zelf deden we thuis ook aan pakjesavond. En wel om 4 uur ’s middags. Mijn zus kreeg een kado. Een poppenwagen of zo. Eigenlijk had ik daar niet zoveel oog voor. Maar om onduidelijke redenen was mijn kado niet tijdig door de Sint bezorgd. Onder het mom van “ik bel er wel even achteraan” verdween Ad van het strijdtoneel. Na een paar minuten bonkte er iets tegen het raam van de woonkamer. Wij kijken natuurlijk. Ad was nog steeds aan het bellen, zij het dat hij kennelijk vooral luisterde. Tot mijn stomme verbazing hing er een traptrekker compleet met aanhanger aan een touw te bungelen. Geheel overbodig kende  mijn vader betekenis toe aan dit onalledaagse tafereel: dit was het werk van Zwarte Piet! Deze landbouwcombinatie paste bij lange na niet door de schoorsteen. Maar pieten zijn niet voor één gat te vangen. En na ruggespraak met de goedheiligman hadden zijn hulptroepen er een geschenk uit de hemel van gemaakt. Voor deze bisschop een kwestie van de juiste connecties. En binnen je netwerk aan de juiste touwtjes trekken. Ik was zo blij als een kind. En reageerde geheel rolconform. Een danklied steeg op uit mijn binnenste: dank u Sinterklaasje, jubelde ik.

Korte tijd later zag ik het licht. Waarschijnlijk bevonden zich in de lichting van mijn kleuterklas een paar vroegbekeerde wijsneuzen met zendingsdrang. Door hen kwam ik het aan de weet. De Sint is gewoon een verklede man. Niks geen heilige en onsterfelijke weldoener en kindervriend. Het zou zomaar je oom of die enge buurman kunnen zijn. Of je kostganger. Wie zal het zeggen. En twijfel is net als zo’n klein schattig veldmuisje. Een klein gaatje knagen is al voldoende om binnen te komen.

Op zo’n moment vallen dingen op z’n plaats. Ogenschijnlijke futiliteiten krijgen dan ineens gewicht. Waarom bellen in de gang, terwijl de vaste telefoon met draaischijf aan de muur van de voorkamer hangt? En waarom zolang bellen? Wat kost dat wel niet? Waarom werd daar niet over gemopperd? Dat hoorde toch bij lang bellen?

Lange tijd heb ik gedacht dat Ad de grote held was die onverschrokken het platte dak beklom om mijn verlangens te vervullen. En plaatsvervangend verhoring bewerkte van mijn smeekbede om alsjeblieft niet mijn huisje voorbij te gaan.

Totdat vandaag het kwartje viel toen ik op internet las:” Steeds meer pakjes worden bezorgd met drones.”

Een gevoel van dubbele ontgoogeling gekroop mij: dat Zwarte Piet niet bestond, vermoedde ik al. Maar dat mijn jeugdheld en grote “broer” Ad niet die held bleek te zijn die met gevaar voor eigen leven het dak beklom om mijn wens te verwezenlijken? Onze kostganger was zijn tijd ver vooruit. Hij stond natuurlijk gewoon verscholen in die diepe achtertuin met een enorme smile op zijn gezicht en een afstandsbediening in zijn hand. En met een voor een GSA-er bovengemiddelde nauwkeurige precisie  liet hij een traptractor uit de hemel neder dalen.

Zo’n eigentijds berichtje. Weer een illusie armer.



Zomaar een ontmoeting

Zomaar een ontmoeting.

Vier jaar geleden is ze overleden. Of ze ziek was? Ruim 21 jaar lang. Ze zeggen dat je er van kunt genezen. Het begon met haar linkerborst. Na de operatie ging het een hele tijd goed. Toen kwam het terug. In de andere borst. Nee, echt schoon worden? Ik geloof het niet. Als ze dat zeggen… 46 jaar waren we getrouwd. Ja, ik woon in de buurt. Al 18 jaar. Het bevalt, tenminste als je je niet teveel van anderen aantrekt.

Die man daar? Dat is jullie tuinman hé? Ja, hij doet veel voor de kerk hé. Ik zie hem vaak. Alleen die heg. Gaan jullie daar nog wat aan doen? Hij golft zo. Niet echt mooi recht.

Zelf ben ik gepensioneerd. Mag ook wel toch, ben nu 72. Hobby’s heb ik wel. Gehad vooral. Tot ik een hartinfarct kreeg. Daar kwam in het ziekenhuis nog een beroerte overheen. Dat kon er nog wel bij. Een glimlach. Even. De garagebox heb ik niet meer. Alle spullen van de hand gedaan. Alleen voor de kinderen maak ik de auto nog APK-klaar. Bij mijn zoon. Die woont buiten de stad. Hij heeft een garage met brug en alles.

Die ramen, worden die nog vervangen? Oh, daar komt blauwig glas in. Dus.

Of ik nog verdriet heb? Ach, overgaat doet het niet. Maar je moet er zelf nog wat van maken. In het begin kwam de buurvrouw ’s ochtends al op bezoek. Nou, dat wilde ik niet. ’s Avonds een bakkie koffie. Dat is wel goed. Maar ’s ochtends al? Zo heb ik het gezegd.

Die lampen daar op die betonnen constructie. Hebben ze die nu ook vervangen? Van de week brandden ze allemaal. Behalve die 2e van links.

De kinderen komen nog wel hoor. Steken nog regelmatig hun voeten onder de tafel. Vroeger. Toen zag het er hier wel anders uit. Waar nu het park ligt, dat was vroeger een autobandenzaak. En die weg vanaf de stoplichten richting De Spiegel. Daar zat vroeger houthandel Beumer. Oh, dat weet u? Ook geboren en getogen Zwollenaar. Geboren aan de Langenholterweg? Ja. Dan weet je dat wel. Heb voor verschillende schilders in Zwolle gewerkt. Alle bruggen in de stad wel onder handen gehad. En de schoorstenen van de IJsselcentrale gestraald. Eerst met zand. Later, met grint. Eigenlijk een soort gemalen kolen. Zand was slecht voor je gezondheid. Zeiden ze. Ja, de pijpen waren toen wel twee keer zo hoog als nu, hé. Bovenop zat een rand. Zo breed als een stoep, zeg maar. Dat was voldoende. Je zat wel vast met van die gordels. Mooi uitzicht trouwens. Wel direct in de verf zetten na het stralen natuurlijk.

Dus zaterdag open dag? Juist. Het is wel groter geworden, hé?  Nou ik ga nog even de hond verder uitlaten. Werk ze nog even.

En ik? Wat kun je iemand snel leren kennen. Heb ik dit goed gedaan? Geluisterd? Zeker. Belangstelling getoond? Check. Maar wat was beter geweest? Uitnodigen voor de open dag? Of vertellen van Jezus? De man die als geen ander weet dat zelfs de beste hulpverleners je ten diepste niet schoon kunnen maken. Van binnen niet. En van buiten niet. Die deelt in je verdriet. En gewoon samen met je wil wandelen. Bij voorkeur als je je hond uitlaat. Als dat je hobby is. En van zijn Vader. Die niets liever wil dan dat zijn kinderen bij hem aan tafel zitten. Die nooit met pensioen gaat. En nog veel meer wil doen, dan kleur brengen in je leven. Ik geloof het wel. Maar, nog veel te leren. En te rade gaan bij Zijn Geest. Ik zet nog even de laatste paal recht. Misschien kan dat hondje er dan…




Zwolle, 23 november 2013