zaterdag 22 maart 2014

Petje af. Over Geert, respect en samen oud worden.



Badend in het zweet neem ik schuin tegenover hem plaats. Een man op leeftijd. Lid van dezelfde sportschool in de plint van een groot verzorgingstehuis. Jan, onze sportschoolhouder, heeft een abonnement op de Wakkerste krant van NL. Of ik ook een deel van de krant mag? Doorgaans een retorische vraag. Maar nu krijg ik resoluut een “Nee”. Vermoedelijk is de teleurstelling van mijn gezicht af te lezen. En het wordt toch een beetje “Ja”. Ik krijg het middenblad van het voorste krantgedeelte. Voor de helft gevuld met advertenties… Zo kom ik als nieuwsverslaafde natuurlijk niet aan mijn broodnodige dagelijkse dosis.

Even later heb ik toch geluk. Begeleidt door het nodige gemopper over de inhoud schuift hij de krant mijn kant op. Zijn wanklanken wekken mijn nieuwsgierigheid. De eenzijdige berichtgeving over Geert Wilders blijken het chagrijn op te wekken. Wat hij er dan van vindt? Eerlijke ogen kijken mij aan. Zonder schroom vertelt hij over zijn sympathie voor de ideeën van de PVV-voorman. Natuurlijk, Geert is te ver gegaan. Tegelijk noemt hij moeiteloos een scala aan voorbeelden uit eigen waarneming op die voeding geven aan zijn politieke voorkeur.

Zijn leeftijd. Zou me niet verbazen als hij de oorlog nog heeft meegemaakt, prik ik. Zeker. Bijna 80 inmiddels. Maar vroeger. Vroeger kreeg hij thuis respect met de paplepel ingegoten. Als je bij andere mensen aanbelde, deed je bij opening van de deur netjes je pet af. En op z’n 16e nam zijn moeder hem mee de stad in. Om een hoed te kopen. Een hoed, had hij beleeft gevraagd. Ja, hoe kun je je hoed afnemen voor de dames als er geen een hebt? Niet dat die hoed ooit gedragen werd. Maar nog steeds laat hij de dames bij de lift hoffelijk voorgaan. Zelfs als ze hem erop attenderen dat hij hoger woont dan zij, houdt hij voet bij stuk. Dan stapt hij onderweg gerust even uit, om de dames doorgang te verlenen. Kom daar maar eens om bij deze …. En dan het gebrekkige Nederlands, de ongelijkwaardigheid tussen man en vrouw. Hij schudt het grijze hoofd.

Of hij zelf ook getrouwd is vraag ik voorzichtig. Al bijna 60 jaar, glimt hij. 20 jaar geleden huis en alles verkocht. Met vrouw en camper heel Europa doorkruist. En overal waar hij kwam bestelde hij het brood in de taal van het bakker. Boekjes mee en onderweg oefenen. Tellen tot tien was wel het minste wat je kunt doen. Respect tonen voor het land dat je bezoekt.

Even zie ik zijn ogen afdwalen. Samen oud worden dat is het belangrijkste wat er is, vervolgt hij. Meer tegen zichzelf dan tegen mij. Als je partner wegvalt… Maar als je 80 bent, dan denk je toch wel eens na over doodgaan, opper ik voorzichtig. Ja dat hoort erbij. Of hij er bang voor is?Nee, bang niet. Maar nu moet hij nodig even sporten. Hij werpt mij een laatste hartelijke lach toe. We spreken elkaar binnenkort weer, belooft hij me. En trekt vervolgens een voorzichtige sprint richting de hometrainer. Ik kijk hem na. En dan valt het me pas op. Welldressed man, zo in zijn trainingsjas met bijpassende broek. Mooie schoenen ook. Zou hij dat allemaal zelf hebben uitgekozen? Of heeft een vrouw-met-smaak hier de hand in gehad? Natuurlijk niet, zegt een stemmetje in mijn hoofd. Niet zo vooroordelen Kleen! Zo ben jij niet opgevoed ;) 

Sporten op je 80e. Petje af voor deze oude baas.



zondag 9 maart 2014

Tijdens de preek van vanochtend over moeder Maria moest ik onwillekeurig (vraag me niet waarom) aan een andere Bijbelse Maria denken. En aan dit gedicht naar aanleiding van drie bijzondere woorden van Jezus. Het gedicht had ik al een tijd je geleden gemaakt. Het lag nog op de plank...




Ds. Wim Noordzij houdt deze maand een prekenserie over een aantal vrouwen rondom Jezus. Meer info vind je op de website van de Opstandingskerk: www.opstandingskerkzwolle.nl/dienst/09-03-2014-1000