Zaterdag 20.31 uur
Mail van zuster Die-en-die. Of ik morgenochtend voor haar het
welkom-heten wil overnemen. “Prima”, mail ik. “Dankkkk ;)”, krijg ik terug.
Geen wekenlange voorbereiding, niks. Gewoon in het diepe springen dan maar.
Zondag 9.10 uur. Ik sta al met één been in mijn klusbroek
van gister. Toch maar niet doen. Er zal maar een echte gast komen. Scheren?
Nee. Dat is zo door-de-weeks.
9.20 uur. Jongste zoon wil ineens toch met me mee.
Regenlaarzen aan? Nee, hij kiest voor nette schoenen. Pfff ;)
9.25 uur. Op de fiets. Jongste achterop. Met mijn rugzak.
Dikke lol. Voor mij uit fiets broeder Natuurfotograaf. Zou hij ook in het
welkomstcomité zitten, denk ik nog?
9.37 uur. Aankomst bij de kerk. Die broeder die er laatst
niet meer inpaste, is er ook al. Ik kan niet laten er een opmerking over te
maken. Maar het heeft een reden: de schatzoekers hebben leiding nodig.
9.40 uur. Van de drie welkomers ben ik de laatste. Ik heb de
welkomstcomité-bijsluiter niet gelezen. Maar we hebben aan een half woord
genoeg om ons strategisch te positioneren. Iedereen die na ons binnenkomt, is
overgeleverd aan ons welkom. De eersten zitten overigens al in de kerkzaal.
Jongste zoon pakt mijn hand. Nee, hij wil per se geen bordje op z’n trui zoals
papa. Ben je mal!
9.49 uur. Heb ik dat. Sta bij een drukste ingang van de
kerkzaal. Ben allang de tel kwijt. Verbaas me over het aantal mensen dat ik bij
voor- en/of achternaam ken. Toch ook verscheidene vaag bekende gezichten. Hier
en daar meen ik een echte gast te ontwaren. Ondertussen experimenteer ik wat.
Alleen “welkom” leidt niet tot veel reactie. Maar na een paar keer ontdek ik
hoe het werkt:
1. kerkganger komt aangelopen.
2. Ik maak oogcontact.
NB: Sommigen vermijden dit, blik op oneindig, strak gericht op de
kerkzaal, precies het midden van de ingang houdend tussen de twee verwelkomers.
Dat biedt de meeste kans om te ontsnappen aan deze ongewenste doch milde vorm
van intimiteit. Op hoop van zegen. Anderen beperken zich tot een vriendelijk
knikje terug.
3. Ik zeg: “Welkom”.
4. Als kerkganger mij eigenlijk al voorbij is draai ik mijn
hoofd. Ik zeg ogenschijnlijk nonchalant:”fijn dat u/je er bent”.
5. Kerkganger houdt pas in.
6. Kerkganger kijkt om.
7. Verbaasde blik ontmoet ondeugende blik.
8. Kerkganger zegt steevast iets aardigs terug.
9. (optionele stap) allebei blij.
10. Binnenpret (weer gelukt).
9.51 uur. Was het tot nu toe mogelijk om iedere passant
aandacht te geven. Nu nader ik toch wel het hoogtepunt van mijn kersverse
bediening. Filevorming dreigt. Kerkgangers kiezen massaal mijn ingang. Dit
biedt “onthouders” meer mogelijkheden om te ontsnappen aan mijn welkom. Ik leg
de norm op 80%. Net op dat moment verwelkom ik broeder Mijn-voormalige-wiskundeleraar.
Tegelijk schiet mij de 80-20 regel te binnen (vast geen toeval): 80% van de
kerkgangers perst zich in 20% van de tijd door één en dezelfde ingang. Klopt
natuurlijk geen hout van deze redenering. Maar het voelt wel zo.
9.52 uur. Plots doe
ik een ontdekking. Er zijn gewoon kerkgangers die in- en uitlopen. Een enkeling
tot drie keer toe. Wel ja! Ik sta hier weliswaar voor mijn lol, maar toch.
Blaasontsteking misschien? Daarover heb ik niets in het kerkblad gelezen. Voor
zover ik ze herken onthoud ik de namen. Ik word toch benieuwd wat het handboek
in deze situatie voorschrijft. Dit riekt naar moedwillige overbelasting van het
welkomstcomité. Geen wonder dat vacatures zo moeilijk te vervullen zijn! In
gedachten dicht ik alvast een conceptbriefje aan de kerkenraad.
9.53 uur. Gemotoriseerde broeder baant zich een weg richting
kerkzaal. Op zijn dashboard lees ik de snelheid af: 3 km/h . Dit schiet niet op.
“Beetje gas erbij en toeteren, Joop,”. Hij lacht. Weer een tevreden klant.
9.58 uur. Mijn taak zit er bijna op. Ik frunnik nog wat aan
mijn welkomstbordje. Wat is wijsheid? Op tijd de kerkzaal ingaan? Of nog 5
minuten wachten. Als alle verwelkomers al bij aanvang in de dienst zitten, hoe
moet het Gezin-dat-altijd-net-te-laat-komt zich dan ooit welkom voelen? Ik treuzel nog een beetje. Maar besluit dan
toch maar in te rukken. Mijn taak zit erop.
10.00 uur. Ik ben binnen. En zie de mannen binnen schrijden.
En dan realiseer ik het me. Toch wel een beetje een ondankbare kant van je
roeping. ’s Ochtends hijs je je in je nette pak. Je posteert je ruim op tijd op
een strategische plek in de hal. En als het eenmaal zover is dat je naar binnen
mag, is er geen verwelkomer meer te bekennen. Daarom vanaf deze plek alsnog
welgemeend aan de ouderlingen en diakenen van dienst: van harte welkom! Leuk
dat jullie er waren!
PS Nu volgt hopelijk stap 9, maar ik zit inmiddels alweer
bij stap 10 ;)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten