Zaterdag 21 juni 2014, Dolomieten.
Een dag uit het leven van vijf bergvrienden.
Lijdend voorwerp: Alberto, houthakker op 2.200 meter hoogte.
Uitgerust en met frisse moed beginnen we de dag. Bij
het ontbijt grappen we nog wat na over een biertje met brood met de beheerder
“nein kein bier” behalve “uber zwei minuten”. Met de tas op de rug betreden we
behoedzaam ons eerste sneeuwpad. Die dag volgen nog eindeloos veel sneeuw en
ijs. Bijna meer dan ons lief is. De overdenking over Mozes (na 80 jaar vond God
dat het tijd werd dat hij de opgedane karaktervormende levenslessen in praktijk
zou brengen) en het gedicht “Wie ben ik” van Dietrich Bonhoeffer raken ons
hart. We worden stil. Een Fishermansmoment “Sterk spul die gedichten van DB”.
Prima voedingsbodem voor een mooi gesprek. En dat op zaterdagmiddag.
Na de middagpauze betreden we de mietersstijle sneeuwvlakte
voor onze “Grassleitehutte” (midden op de foto). Op naar het kruis. Zou het van piepschuim zijn? Of
toch van lood? Navigeren in de bergen valt nog niet mee. Daarom zullen deze
vragen onbeantwoord blijven. Eén top verder dan de bedoeling was concluderen we
dat we toch bijna net zo hoog of juist precies net zo hoog dan wel zeker (en
uiteraard) hoger zijn geklommen dan de tegenover ons liggende “kruisberg”. Een
vriend doet op de terugweg nog een manmoedige poging om een lift te bemachtigen
van de lokale heli-piloot. Maar uiteindelijk komen we veilig en wel weer aan op
ons logeeradres. Zonder kleerscheuren. Wat niet gezegd kan worden van vriends
schoen. Die vertoont wel erg grote neusgaten. Het eten smaakt wederom prima.
Dit keer
geen luxe slaaphut, maar een bedompt hok (nieuw dat dan weer wel; op de foto helemaal rechts) met twee
lagen van vier bedden. Als we net allemaal een uur of wat liggen te maffen,
komt Alberto ons gezelschap houden. Het kost ons veel moeite om deze Italiaanse
vijftiger liefdevol te bejegenen. Een van de vrienden doet verwoede pogingen om
met Alberto in contact te komen. Een klapje op z’n schouder, een tik op de
wang, een pets op z’n voorhoofd, een elleboog en een linkse directe. Hij overweegt
zelfs een heuse kopstoot. Niets helpt om Alberto ervan te weerhouden om
aanhoudend en doordringend te ronken. Hele bossen worden omgezaagd. En dat op
ruim 2.200 meter .
Toch ruim boven de boomgrens. Gelukkig is het al juni, anders had Alberto ons in
zijn gelukszalige onwetendheid allemaal laten kennis kennismaken met de
ongemakken van een onvervalste lawine. Bij het ontbijt schuifelt Alberto
schuldbewust langs onze tafel. Het gebutste hoofd went hij met een beschaamde
glimlach af. Gezamenlijk constateren wij dat Alberto goed in de BMI zit. Dat
wordt nog hard werken vandaag voor onze Italiaanse slapie. Toch nog tevreden
hijsen wij onze tas op de rug. Op pad naar het volgende avontuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten